In de middeleeuwen werden tin en lood gebruikt voor de vervaardiging van een groot aantal alledaagse of decoratieve voorwerpen uit het dagelijks leven. Zo vinden we legeringen van tin en lood in de vorm van gespen, decoratieve klinknagels, knopen, religieuze of wereldlijke tekens, keukenvoorwerpen en decoratieve voorwerpen.
Wat lood betreft, het werd alleen gebruikt voor het maken van merals (soorten tokens of lopende kaartjes) of loodmijnen die werden gebruikt om op perkament of papier te schrijven.
Al deze objecten zijn gegoten in mallen die volgens de methode zijn gemaakt in specifieke materialen zoals speksteen, metaal, Delfts zand, cuttlebone of zelfs leisteen.